Tweede Wereldoorlog Den Hout (1938- 1945)

Vrachelsestraat , kijkend door de puinhopen heen ziet men de Houtse kerk en op de voorgrond een tank. Datum en fotograaf onbekend. Weet u meer over deze foto geef het aan ons door.
Schade aan korenmolen Den Hoop Foto: Familie Kock
Zwaar beschadigde Corneliuskerk, Den Hout Foto:Ciska de Been

Door de beschietingen van de bevrijders op 2 en 3 nov 1944 werd de Corneliuskerk zwaar beschadigd. De beschietingen met granaten was bedoeld om de Duitse waarnemerspost, die in de kerktoren zat, uit te schakelen. De waarnemer in de kerktoren leidde het Duitse vuur naar de Poolse soldaten op de momenten dat zij in hun bootjes het markkanaal bij Ter Aalst wilden oversteken. In de balken van de zij sacristie zijn de inslagen van de granaat scherven nog steeds te zien. Zie onderstaande  foto’s 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er veel schade aan huizen, gebouwen en de kerk in Den Hout.
Tijdens de bevrijding van Den Hout ontstond er door de zware beschietingen veel oorlogsschade. Hieronder ziet u foto’s van de schade van kogels en granaten aan woonhuizen en boerderijen die nu ruim 75 jaar  nog steeds te zien zijn. De foto’s zijn gemaakt door de heer Jan Fens.

Foto 1
Foto 2
Foto 3

Foto 1,  2 & 3 Kogelinslagen in een boerderij Achterstraat 18

Foto 4
Foto 5
Foto 6

Foto 4, 5 & 6 Tijdens de bevrijding van Den hout  03-11-1944 waren er zware beschietingen met veel oorlogsschade door kogelinslagen aan een woonhuis Ruiterspoor 8


Foto 7

Foto 7 en 8 Kogelinslagen adres Achterstraat 1

Foto 8
Foto 9

Foto 9, Deze muur met kogelschade is te vinden op de Houtse Heuvel 6. 

 Den Hout , 3 november 1944 

Een passage uit het dagboek van Mw. Vissenberg-Vial


Een passage uit het dagboek van de Houtse mw. Vissenberg-Vial die in de schuilkelder van haar huis aan de Vrachelsestraat de bevrijding afwachtte. In deze passage beschrijft zij het bevrijdingsmoment op 3 november 1944.


“Vrijdag 3 november.
Het is tegen vijven. De granatenregen was veel minder geworden, maar wij waagden het niet om te voorschijn te komen. Opeens hoorde ik rijdende voertuigen op de weg. Ik kon niet uitmaken welke richting het uitging. Wij maakten de kelder open en waren muisstil. De Duitsers trekken terug of het zijn onze bevrijders. Wij durfden er niet uit. Het moesten eens Moffen zijn. Opeens kwam Toon van Dongen aanlopen. Het was zowat half zes. “Kom eruit! Wij zijn bevrijd. Zeg Vialleke, zei hij tegen mijn vader, nou motte naar de Tommies komen kijken en naar de pantsers. 

Tommes Poel heeft al Engelse sigaretten gehad. Heel de buurt brand af”. Alles zei hij door elkaar. Wij uit de kelder. Overal was brand. Door het licht van de brandende huizen zagen wij de tanks van onze bevrijders staan. 

De mensen die elkaar zagen feliciteerden elkaar, dat ze het er levend af hadden gebracht. De kapotte huizen werden niet eens vernoemd. Nu hoorden wij ook de ellendige dingen. Dat er doden en gewonden waren in de buurt”.