Monument: Venster op de vrijheid

MEER LEZEN… Woordje Oranje Comité De voorzitter van het Oranje Comité Den Hout, Cees Joosen sprak onderstaand woord uit bij de onthulling van het bevrijdingsmonument ‘Venster op de Vrijheid’. “Vandaag 6 juni op de kop af 65 jaar geleden gingen de geallieerden in Normandië aan land om Europa te bevrijden van de Duitse overheersing. De militaire operatie in 1944 – de grootste ooit – kostte veel manschappen het leven en ging gepaard met veel verliezen aan materieel. Uiteindelijk zou D-Day, zoals de invasie de geschiedenis in is gegaan, de vrede en de vrijheid terugbrengen in de Europese landen. Het duurde nog tot 3 november van dat jaar voordat ook Den Hout bevrijd was en tot 5 mei 1945 voordat heel ons land vrij was van de bezetter. De bevrijding eiste een grote tol aan militaire en burgerslachtoffers. Ook in materiële zin was de schade enorm. In Den Hout vonden in de dagen van de bevrijding een zevental dorpsgenoten de dood. De verliezen aan militaire zijde, zowel van de geallieerden als van de Duitsers, waren vele malen groter. Daarnaast vielen er gewonden te betreuren, waarvan er enkele voor hun hele leven getekend werden. Ook de materiële schade in Den Hout was ongekend groot.

Graag citeer ik u nu een passage uit het dagboek van de Houtse mw. Vissenberg-Vial die in de schuilkelder van haar huis aan de Vrachelsestraat de bevrijding afwachtte. In deze passage beschrijft zij het bevrijdingsmoment op 3 november 1944. “Vrijdag 3 november. 10 Het is tegen vijven. De granatenregen was veel minder geworden, maar wij waagden het niet om te voorschijn te komen. Opeens hoorde ik rijdende voertuigen op de weg. Ik kon niet uitmaken welke richting het uitging. Wij maakten de kelder open en waren muisstil. De Duitsers trekken terug of het zijn onze bevrijders. Wij durfden er niet uit. Het moesten eens Moffen zijn. Opeens kwam Toon van Dongen aanlopen. Het was zowat half zes. “Kom eruit! Wij zijn bevrijd. Zeg Vialleke, zei hij tegen mijn vader, nou motte naar de Tommies komen kijken en naar de pantsers. Tommes Poel heeft al Engelse sigaretten gehad. Heel de buurt brand af”. Alles zei hij door elkaar. Wij uit de kelder. Overal was brand. Door het licht van de brandende huizen zagen wij de tanks van onze bevrijders staan. De mensen die elkaar zagen feliciteerden elkaar, dat ze het er levend af hadden gebracht. De kapotte huizen werden niet eens vernoemd. Nu hoorden wij ook de ellendige dingen. Dat er doden en gewonden waren in de buurt”.

Maker van het monument, Piet Joosen (man rechts) geeft uitleg aan Jos van Alphen en zijn vrouw Mies.


Ik wil nu graag het woord geven aan de heer Jos van Alphen. Als amateur oorlogshistoricus is hij een
autoriteit op het gebied van de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog in deze regio.
Bijzondere belangstelling daarbij heeft hij voor de Eerste Poolse Pantserdivisie. Over de bevrijding
schreef hij meerdere boeken, waaronder ‘3 November 1944 De slag om het Markkanaal’. Als jongen
van 12 jaar maakte hij de bevrijding van Den Hout mee.”
Hierna volgde de toespraak van Jos van Alphen.


Vervolg woord Joosen:
“Dat de bevrijding een enorme impact heeft gehad op de mensen die hem meemaakten, heeft u
zojuist gehoord. Nog steeds worden de verhalen verteld. Het zijn verhalen waarin de angst, het
verdriet en het persoonlijke leed van de mensen in scherpe contouren worden geschetst.


Het is dan ook niet verwonderlijk dat na de oorlog (en nu eigenlijk nog) – ook in Den Hout – vele
monumenten werden opgericht om de gevallenen te gedenken en om stil te staan bij de ellende die
de oorlog met zich meebracht met als gedachte: dit mag nooit meer gebeuren. In Den Hout kennen
wij de bevrijdingskapel bij de molen. Opgericht door de dankbare bewoners van het Ruiterspoor,
waarvan er velen de bevrijding afwachtten in de bescherming biedende molenberg. Op het kerkhof
verrees in de jaren zeventig, vooral door toedoen van het Oranje Comité, het monument voor de
gevallen burgerslachtoffers van Den Hout. Sindsdien ziet het Oranje Comité het als haar ereplicht om
bij dit gedenkteken jaarlijks de Dodenherdenking te organiseren.


Bij de viering van de veertigjarige bevrijding werd bij de brug over het Markkanaal een gedenkteken
opgericht ter ere van de omgekomen geallieerde soldaten tijdens de Slag om het Markkanaal, welke
leidde tot de bevrijding van Den Hout.


En dan wordt daar vandaag een gedenkteken aan toegevoegd. Straks gaan wij het monument
‘Venster op de Vrijheid’ onthullen. Met dit monument willen wij speciaal de zwaar bevochten
bevrijding van Den Hout, die gepaard ging met grote verliezen aan mensen en materieel, gedenken.
Wij willen de herinnering levend houden aan deze moeilijke periode in de bestaansgeschiedenis van
het dorp, tegelijkertijd de slachtoffers erend en onze grote erkentelijkheid uitsprekend voor de
inspanningen die destijds aan de dag gelegd zijn bij de bevrijding van Den Hout.


Als symbool daarvan wordt dit monument opgericht. Het is gebaseerd op de bij de bevrijding
kapotgeschoten hoekpaal van het hek om het H. Hartbeeld op het kerkplein.


(De hoekpaal van het hekwerk raakte beschadigd toen de Corneliuskerk doelwit was van geallieerde
beschietingen. De beschietingen moesten de in de kerktoren gevestigde uitkijkpost van de Duitsers
uitschakelen. Dat was nodig, omdat de uitkijkpost het vuur leidde naar de brug van Ter Aalst waar de
Polen trachtten over te steken in de bevrijding van Den Hout. Na heftige beschietingen, met veel
schade tot gevolg, lukte dat. Na de bevrijding werd de kerk hersteld, maar het hekwerk om het Heilig
Hartbeeld niet. Dat gebeurde pas in 1996. In dat jaar werd met gelden van de Houtse Jaarmarkt het
Heilig Hartbeeld en het hekwerk gerestaureerd. De oude hoeksteen werd om zijn historische
betekenis bewaard. Het Oranje Comité verklaarde toen, dat – op voorwaarde dat het daarvoor
middelen had of beschikbaar kreeg – zij de hoeksteen als monument een plaatsje binnen Den Hout
wilde geven).


Tot de restauratie van het hek in 1996 vormde de paal een monument op zich. Nu is er door siersmid
Piet Joosen een ontspruitende tak aan vastgemaakt, die, de steen en het dorpssilhouet omkrullend,
de opbloei van het dorp na de bevrijding symboliseert. Of zoals de maker van het beeld het zegt: “In
het monument groeien de granieten zuil en het smeedwerk tot een eenheid, welke laat zien hoe het
dorp, ondanks de grote oorlogsschade, maar dankzij de verworven vrijheid verder leefde en zicht had
op de toekomst”.


Dat het monument gerealiseerd kon worden is te danken aan de financiële bijdrage van Evelop.
Daarvoor zijn wij het bedrijf, dat de windmolens op het bedrijventerrein Weststad exploiteert,
bijzonder erkentelijk. Ook woorden van dank aan de Leefbaarheidswerkgroep Den Hout die het
project voordroeg bij Evelop. Aan de samenwerking met kunstenaar/siersmid Piet Joosen bewaren
wij prettige herinneringen. In de uitvoerende fase kon het Oranje Comité een beroep doen op het
bestuur en de contactgroep van de Corneliuskerk, als ook op tal van dorpsbewoners. Vanaf deze
plaats ook aan hen een hartelijk dankjewel! Tot slot dank aan u allen hier aanwezig voor uw
belangstelling bij deze onthulling.


Graag nodig ik u nu uit om getuige te zijn van de onthulling van het monument ‘Venster op de
Vrijheid’.
De onthulling zal gedaan worden door mw. Jaantje van Groesen-van Oerle en mw. Tonny HaltersMoerenhout. Beiden hebben de bevrijding van Den Hout in november ’44 meegemaakt. Mw. Van
Groesen had haar toevlucht gezocht in een benauwde schuilkelder in de Achterstraat en mw. Halters
onderin de molen aan het Ruiterspoor. Dank u wel voor uw bereidheid.